Zoals we vorige maand al meegaven: We zijn te laat met sommige werkjes in de tuin. Alhoewel, je kan nog veel inhalen in juni. In serre en koude kas verloopt alles goed: het groeit en bloeit!
We gaan vooral de uitgebloeide planten en struiken gaan snoeien. Seringen, jasmijnen, kortom de struiken die voor juni al bloeiden mogen een goede knipbeurt krijgen. Hagen zoals de carpinus (haagbeuk) en fagus (beuk) groeien dat het een lieve lust is. Eens voorbij 15 juni vermindert de explosieve groei en dan kan je aan het werk om te snoeien. Knip zoveel mogelijk in een driehoek vorm, of toch in die mate dat de haag onderaan iets breder staat dan bovenaan. Vergeet niet om de bovenkant zelf ook te snoeien, anders vorm je terug bomen die uiteindelijk niet meer onder controle te houden zijn. Het knippen kan gebeuren met een handschaar, een elektrische schaar (batterij of op netstroom) of een met motor aangedreven schaar. Verzamel het afval en breng dit naar de groenkar of het containerpark. Kuis na het scheren alle gebruikte materiaal grondig af, zo vermijd je de overbrenging van ziektes en plagen.
Controleer vanaf nu, minstens wekelijks, grondig je buxushaag, maar ook je buxus in pot, de vervelende rupsen zijn weer op pad. Als je vallen gebruikt, was ze grondig af met warm water vooraleer het lokmiddel er in te doen. Gebruik geen zeep of ontsmettingsmiddel, de geur van deze laatste kan de werking van het lokmiddel ernstig verstoren. Zorg er ook voor dat je vers product gebruikt. Als je de schade kan beperken zonder te spuiten, spuit niet. De buxusrupsen worden immers volop gegeten door allerhande meesjes die hun jongen moeten voeren. Je zou versteld staan hoeveel beestjes in de maagjes van kleine meesjes verdwijnen.
Als je wil spuiten, spuit met een biologisch middel met een zeer korte werktijd en doe dit het best ’s avonds net voor de zon achter de horizon zakt. De biologische spuitmiddelen hebben minder werking bij invloed van zonlicht. Ook zal het middel niet zo snel opdrogen als je ’s avonds spuit en blijft het zelfs langer werken dank zij de ochtenddauw. Biologische middelen hebben een korte werkingstijd.
Blijf natuurlijke vijanden bestrijden door natuurlijke vijanden aan te trekken. Rupsen bestrijd je door mezen aan te trekken. Slakken houden niet van merels of kippen in de tuin. Sommigen kopen zelfs aaltjes om slakken te bestrijden. Weet dat je aaltjes maar werken tegen een beperkt aantal soorten slakken. Je kan door aaltjes te gebruiken zelfs de goedaardige dieren doden. Als je biologisch wil bestrijden, doe het met mate en let op wat je doet en informeer je grondig.
Tomaten mag je nog altijd veel water geven zolang je geen rijpe vruchten hebt, bindt tijdig op en dief heel regelmatig. Zorg er voor dat je planten snel opdrogen en er veel lucht tussen de planten kan. Geef water best voor 12 u, dan kan zelfs op een vochtige dag je plant nog opdrogen. Bekijk regelmatig goed je planten en controleer op ziektes en plagen.