Het kan vriezen maar ook heet en droog zijn.

We zagen niet te veel maartse buien, eerder echte aprilse grillen. Maar de maand mei heeft ook zo zijn trekjes. Het kan nog vriezen, maar ook heet en droog zijn. Het weer wordt wel wat stabieler en de temperatuur haalt een hoger niveau. Na half mei kunnen we volop aan de slag gaan.

De bloembakken worden gevuld en na half mei (ijsheiligen!) buiten gezet. In bloembakken zorg je voor ruimte, des te meer wortels worden gevormd en des te groter de planten ontwikkelen. Zorg ook voor een goede waterhuishouding: Te veel aan water wordt afgevoerd en tekorten worden getemperd met wateropslag. Wateropslag gebeurt ofwel in een schaal onderaan ofwel (en best) door gebruik te maken van een luchtige, vochthoudende en voedzame grond. Je kan tegelijkertijd andere hulpmiddelen gebruiken zoals de potgrond voorzien van wat terracotem (zorgt voor langdurige en gelijkmatige watervoorziening) en osmocotepillen (voorverpakte meststof die afgegeven wordt bij ideale omstandigheden. Bloembakken die in de schaduw staan krijgen andere planten dan de bloembakken die de ganse dag in de zon staan. Begonia, fuchsia, streptocarpus lukken best in de schaduw. Pelargonium en surfinia of petunia’s zijn dan eerder geschikt om in de zon te vertoeven. Van alle vernoemde soorten bestaan vele tientallen soorten kleuren en groottes, zowel staand als hangend.

In de fruittuin is het vanaf nu hoofdzaak om onkruid te bestrijden en de vijanden van onze vijanden aan te trekken. Onkruid verwijder je best door met de hand uit te trekken en in mei niet te veel te schoffelen. Op onze fruitbomen komen heel veel schadelijke insecten (vijanden) tot leven, zoals fruitmotten, bladluizen, rupsen, stippelmotten, perenbladvlo, bloedluizen, thripsen, wantsen, … . De ideale oplossing hiertegen is kippen laten lopen tussen en rond je fruitbomen. Zij pikken immers de meeste insecten en hun larven en eitjes weg. Maar niet iedereen heeft die mogelijkheid. Vandaar dat het nuttig is om vijanden van de vijanden aan te trekken. Lieveheersbeestjes helpen tegen bladluizen, maar blijven niet zitten op de planten. De meeste telers maken gebruik van oorwormen. Deze laatste eten veel insecten en blijven, mits gebruik van een hulpmiddel, zitten in de bomen. Ze kruipen graag in holen en spleten. Vandaar dat je bloempotjes gevuld met stro ziet hangen in fruitbomen. Oorwormen maken maar één nestje per jaar en doen dit in de grond (ze komen boven in mei, dus niet schoffelen). De oorworm komt boven en leeft de rest van het seizoen o.a. in de bomen.

Mei is ook de ideale maand om de warmteminnaars uit te planten in de serre of buiten (na 15 mei). Tomaten, paprika’s, komkommers, meloenen, pompoenen, bonen, suikermaïs, kolen, bernagie, dille, kervel, struikbonen, corgetten, patisson, kalebassen, sierfruit, oost-indische kers, aubergines, … / Keuze te over en van de vele soorten bestaan steeds meerdere variëteiten.

De tuin in april.

Enkele heel mooie dagen eind februari, een frisse, maar mooie eerste maartse week deden onze handen jeuken en zorgden er voor dat we (misschien) iets te onstuimig begonnen zijn in onze tuin. Ons mooie werk werd snel teniet gedaan door de vele regen en wind. Onze grond geraakte niet genoeg opgewarmd en opgedroogd. Maar desondanks was er al enige bloei en groei te zien in onze tuinen. Voor april geldt juist hetzelfde: “Niet te onstuimig aan de slag gaan!”.

Alle tuiniers weten het: bemesting en vocht zijn heel belangrijk! Bij het spitten zorg je daarom beter voor het onderwerken van wat compost of mest (best natuurlijke). Het behouden van vocht is steeds belangrijker om de tuin er goed te laten uitzien. Vorig jaar volgde na een korte week met regen een heel lange droge periode waardoor vele groenten en planten een tekort aan vocht toonden. De groei liep grote achterstand op of ging de verkeerde richting uit eens het terug begon te regenen. Een andere oplossing om vocht te behouden bestaat uit mulchen. Eenvoudigweg: breng het maaisel van je gazon mooi gespreid (maximaal 3 à 5 cm vers gemaaid gras) aan tussen je net aangeplante of gezaaide groenten aan. Dit zorgt voor het behoud van vocht en remt de onkruidgroei. Hou eventueel onkruid weg door regelmatig te schoffelen of te wieden, zo bespaar je ook vocht. Diepwortelende onkruiden trek je best volledig, met wortel, uit. Om plagen van ongedierte te verminderen, plant je best verschillende soorten planten en groenten aan.

In april moet je nog steeds opletten voor nachtvorst, let dus op wanneer je bepaalde planten naar buiten brengt. Begin april kan je binnenshuis nog komkommer, courgette, pompoenen, meloenen, pronkbonen, suikermaïs, patisson en augurken zaaien. Zorg voor mooie, niet te kleine potjes en beperk je tot één plantje per potje. Wees niet te snel om buiten te planten, wacht zeker tot na de ijsheiligen! Je kan nu ook een kruidentuin aanleggen. Voorzie je geen apart hoekje, dan kan je ze aanplanten tussen andere planten of in de border. Tijm, salie, kervel, dille, venkel, rozemarijn, bieslook, marjolein, dragon, koriander, peterselie en zo veel meer kunnen een prachtig decor vormen in de tuin en tegelijkertijd een fijne smaak brengen in de keuken. Het merendeel van deze kruiden is zelfs winterhard.

In april kan je het gazon volop verzorgen. Nadat je eind februari, begin maart kalk gestrooid hebt kan je nu een middel strooien om het mos te laten afsterven. Ofwel is dit enkel een mosdodend middel, ofwel is dit een met mest gecombineerd middel. Eens het overgrote deel van het mos is afgestorven, kan je verticuteren en/of verluchten. Kale plaatsen worden terug ingezaaid met herstelgazon. Laat je niet te snel vangen aan zomerbloeiers, het kan nog steeds vriezen. De bollen van twaalf apostelen, dahlia en andere zomerbloeiers moeten dringend in de grond !

Groene vingers in maart

Onze watertonnen, regenputten en reserves aan grondwater zijn aangevuld. Veel vorst hebben we tot nu toe niet gezien. De dagen zijn langer geworden en de zachtere temperaturen doen hun intrede. Botten en knoppen staan klaar om te ontluiken. De eerste planten tonen hun pracht. De handen jeuken om te beginnen in de tuin. Haast is zelden goed. Deze spreuk is ook van toepassing in de tuin.

In de tuin werken vereist aangepast en efficiënt tuinmateriaal. Je hebt minstens een spade of tuinvork, een schoffel of hak, een plantschopje, een hark, een snoeischaar , laarzen en handschoenen nodig. Als je dit materiaal gebruikt hebt, maak het onmiddellijk proper en leg het droog (of licht ingeolied) weg. Persoonlijk kuis ik mijn gebruikt materiaal af, laat het opdrogen en olie het telkens in. Om in te oliën gebruik ik een oude verfborstel en een bus oude motorolie.

Starten in de moestuin is beter als de oude gewassen van het voorgaande jaar en alle onkruid verwijderd of ondergewerkt zijn. We spitten of maken de grond los . Als de grond droog genoeg is harken of hakken we hem fijn en glad. Wil je teelten vervroegen, dan kan je werken met (gaatjes)plastiek of vliesdoek. Dit zorgt er voor dat de grond wat sneller opwarmt. Om het schieten van het onkruid te onderdrukken kan je ook karton gebruiken. Als je gaat planten of zaaien, mag geen onkruid aanwezig zijn; zo heb je meer kans dat de gekweekte groentes niet overwoekerd worden. Als starter bekijk je best ook wat je kan en wil. Begin met mate en ga voor groenten die snel resultaat geven. Ga eerder voor versheid en onbehandelde groentes. Schat ook in hoeveel tijd je wekelijks wil spenderen in en om je tuin. Veeleisende teelten kunnen snel ontmoedigend werken. Wat radijzen, saladesoorten, uien, sjalotten, bonen en erwten zijn goed om te beginnen. Zelf plantjes opkweken in potjes binnenshuis of in een serre of koude bak geeft je de ultieme tuinervaring. Broccoli, bloemkool, sla, tuinboontjes en zoveel meer. Hieruit leer je hoeveel je nodig hebt en wanneer je best (ver)plant. Om je ervaringen te bewaren registreer je telkens wat je doet.

We maken dan jaarlijks een teeltschema op op basis van onze ervaringen en opbrengsten. We leren dan teelten op elkaar afstemmen, leren met welke ziekten en plagen we geconfronteerd werden, hoeveel te bemesten. Ook letten we op de teeltwisseling (zie vorige maand) en leren we wat vervolg-, opvolg-, tussen- en combinatieteelten zijn. We kunnen ook bepaalde groentes op een plaats combineren door hun snelheid van groeien (vb. radijs tussen sla).

De serre en koude bak worden in maart proper gemaakt en terug opgestart. Let wel nog op bij hevige vorst. Onder glas of plastiek kunnen jonge plantjes genieten van hogere temperaturen en beschutting tegen koude winden. Aubergines, tomaten, paprika’s kunnen na 15 maart volop in potjes gezaaid worden binnenshuis of in de serre. Deze zaden groeien het best bij een temperatuur van 20°.

Nu al aan de slag?

In februari jeuken de handen om aan de slag te gaan en moeten we goed nadenken over wat en hoe we tewerk zullen gaan in onze sier-, moes en/of fruittuin. Hoe bezorgen we onszelf veel tuinplezier zonder al te veel last? Hebben we wat zaai- en plantgoed over van de voorgaande jaren en is dit nog goed? Wat is al beschikbaar en wat heb ik nodig? Zijn er nieuwe planten of trends op de markt? Wanneer gaan we weer onbezorgd en met de nodige tijd winkelen in ons geliefd tuincentrum?

Die vele vragen mogen ons niet van het werk houden om uitbundig aan de slag te gaan. Als we groenten zelf willen telen, moeten we eraan denken om jaarlijks dezelfde groenten niet steeds op dezelfde plaats te telen. We passen zoveel mogelijk het principe van de wisselteelt toe. Hiermee kunnen we ziektes en vraat van ongedierte voorkomen en kunnen we te zwakke planten vermijden. Een voorbeeld: kolen die jaar na jaar op dezelfde plaats staan krijgen last van knolvoet en koolvlieg. De teelt wisselen houdt in dat we best rekening houden met een 3- of 4- jarige wissel (1 maal om de 3 of 4 jaar op dezelfde plaats hetzelfde groentetype plaatsen). Sommige groenten laten echter niet toe dat er gewisseld wordt, vb. asperge, rabarber  of artisjok. Meestal omdat deze groenten meerjarig zijn. In kleine moestuinen pas je best de methode over drie jaar toe. Je bemest je tuintje steeds op dezelfde manier, maar veelvraten worden gewisseld met planten die weinig nodig hebben. De invulling van de percelen kan je eenvoudig houden: perceel 1: erwten en bonen, prei, ui en sjalot, sla;  perceel 2, kolen, koolrabi, radijs, … ; perceel 3: aardappelen en bieten, pastinaak, schorseneer, tomaat en wortelen. Denk er hierbij ook aan dat het ene wat sneller kan geoogst worden dan het andere en dat je soms meerdere teelten in een jaar kan oogsten (radijs, prei, wortelen, … .

We kunnen natuurlijk ook alternatief gaan kweken, in potten, bakken of zakken, op het terras of op het balkon. Hoe groter de pot, bak of zak, hoe meer kans op succes. Let wel op: potten en bakken drogen sneller op en vragen regelmatig water. Gebruik veel potgrond en middelen die waterbehoud bevorderen (vb. terra-cottem, bloemaarde met substraten, …) of gebruik een bewateringssysteem. Plaats de potten ook niet te dicht bij elkaar en denke eraan dat ze ook sneller kunnen omwaaien of -vallen. Keuze te over wat je in potten, bakken en zakken kan kweken, het internet staat vol voorbeelden.

In de sier- en fruittuin kunnen we op een vorstvrije, droge dag beginnen snoeien. Winter- en lentebloeiers laten we eerst uitbloeien voor we ze snoeien. Sommige verdragen moeilijk grote snoei (toverhazelaar). Hou er wel rekening mee dat het in februari nog stevig kan vriezen of sneeuwen. Zorg steeds voor drinkwater voor de vogels maar vermijd dat ze zich kunnen wassen in het schaaltje. De kamerplanten moeten ook regelmatig water krijgen. Dompel de pot of kluit onder in water (best regenwater op kamertemperatuur) en laat ze uitlekken. Je kan ook de bladeren eens benevelen . Ruim nog steeds de bladeren van je gazon en bekalk het in februari. Laat je grasmaaier en verticuteerder nazien en in orde stellen. De serre mag je op een zonnige dag verluchten. Als er veel sneeuw ligt, gooi er dan een dikke laag van in je serre of koude bak.

Terugblik…

Het jaar 2020, we hadden heel veel verwachtingen, maar veel is veranderd! De maand december is een mooie maand om eens terug te kijken op het voorbije jaar en vooruit te kijken naar wat komt. Ook in de tuin is dit toe te passen. We hadden bijna vorstvrije maanden januari en februari en het jonge onkruid stak de kop op in maart. Helaas ook kwam een vies beestje voorbij dat ons allen nog steeds parten speelt. Plots konden we onze geliefde plantjes en zaden, die we jaarlijks met heel veel liefde planten en zaaien, niet meer halen. De winkels waren toe. We werden genoodzaakt alternatieven te zoeken en verder te doen met wat bij mondjesmaat beschikbaar kwam. In april deden we verder met wat we hadden en ver in mei konden we eindelijk onze schade wat inhalen, zij het op dat moment meestal te laat. Gelukkig dat we onder buren en vrienden wat kleine plantenruilacties konden doen. Eens juni kwam het prachtige weer dat ons toeliet om in juli, augustus en september veel te wandelen en plezier te hebben in het groen. September – oktober bracht ons de langverwachte regen en de rijke oogst van een vruchtbare zomer. In november en december komen we tot rust en ruimen we het uitgedroogde loof en gevallen bladeren op.

In december is niet veel te doen in de tuin, de aandacht gaat vooral naar kamerplanten en kerstversiering. De liefhebber brengt de eerste hyacinten en amarylissen naar de huiskamer waar deze planten rustig kunnen opgroeien. Voor de kerst kunnen bloembakken nog gevuld worden met winterharde planten. Laat de potplanten tot rust komen in de vorstvrije ruimte en geef heel weinig water. Rot en vocht zijn de grootste vijanden van overwinterende planten.

Heb je nog struiken of planten die een nieuwe bestemming moeten krijgen of eens stevig ingesnoeid moeten worden? Doe het nu, op een vorstvrije dag. Wil je de serre of koude bak eens wat opfrissen? Geef eens overmatig water zodat zouten en dergelijke meer eens kunnen uitspoelen. Of, moest het eens sneeuwen, gooi een dikke laag sneeuw in de koude bak of serre zodat deze rustig kan smelten.

Januari is een maand waarin we de tijd nemen om te plannen wat we willen doen in de tuin het komend jaar. We maken een tuinkalender op en bestellen de eerste zaden. We moet ook in het oog houden welke planten best op welk moment geplant worden en wanneer ze beschikbaar zijn. Ondertussen genieten we van de prachtige silhouetten van de resterende planten in de tuin. Sommige planten dragen nog bessen, andere bloeien of komen terug boven piepen. Blijf best weg van een bevroren gazon, ga zeker niet op bevroren vijvers, grachten of beken als je niet zeker bent dat het veilig is. Kijk de winterbescherming van je planten na. Klimop, blauwe regen , bruidsluier mag je vanaf nu snoeien. In januari kan je ook de eerste krokussen, narcissen, tulpen, blauwe en witte druifjes in bloei trekken door ze op te potten en naar binnen te brengen. Als ze uitgebloeid zijn, kan je ze een plaats geven in de tuin.

Herfstwerkzaamheden in de tuin.

Na enkele droge maanden zijn, sinds eind september, begin oktober de watervoorraden terug wat aangevuld. De regen was niet meer op tijd om de schade van de voorgaande maanden te herstellen, maar zorgde terug voor groene gazons. Ondertussen zijn de warme temperaturen verdwenen en korten de dagen aanzienlijk. In de tuin is niet zo veel werk meer. De werkzaamheden komen vooral neer op opruimen en vorstvrij houden.

De planten die niet vorstbestendig zijn zoals brugmansia, agapanthus, oleander, gunnera, kardoem en palmbladerplanten worden best op een vorstvrije plaats ondergebracht. Andere zullen omwille van hun omvang of standplaats een bescherming moeten krijgen (bananenplant, sier- en stamrozen, …) van stro, droge bladeren en een plastiek omhulsel met gaatjes in. Die gaatjes dienen om het vocht te laten ontsnappen. Anders zal het water aan de binnenkant van de plastiek bevriezen en zo in aanraking komen met uw plant waardoor ze gaat rotten en/of kapot gaat. Planten die volop in de wind staan worden best een stuk teruggesnoeid of ook in een omhulsel verpakt. Koude ijzige wind kan heel veel schade toebrengen aan planten die zelfs tegen matige vorst kunnen. Zodoende worden rozen teruggesnoeid tot op een hoogte van 15 à 20 cm om minder wind te vangen. Ze worden op 2 à 3 knoppen gesnoeid na de winter, als ze terug beginnen uitlopen. Het is nog altijd niet te laat om bloembollen te planten, mits het niet vriest.

Bomen en struiken kunnen, eens hun bladeren gevallen zijn, verplant en/of gescheurd/vermeerderd worden. Bloemen zoals winterviooltjes kan je zelfs nog in bloembakken planten. Als je rozen gaat kopen, zorg dat de wortels niet uitdrogen en plant ze zo snel mogelijk op de voor hen voorziene plaats. Waar rozen stonden zullen nieuwe planten niet gedijen. Vervang best de grond. Herfstaster en winterjasmijn zijn mooi in de tuin. Afhankelijk van je smaak kan je van de planten in de border het opdrogende loof verwijderen of laten staan. Dit kan soms mooie beelden opleveren bij dauw, mist of de eerste vrieskou. Van andere struiken ga je juist nu bloemen, bessen en bladeren plukken om mooie herfststukjes mee te maken.

Afgevallen bladeren verwijder je best van het gazon, gebruik ze om de vorstgevoelige planten af te dekken of gooi ze tussen de planten. Beschermen ze niet voor de kou, dan zorgen ze voor voeding in de bodem. Dode takken verwijder je best uit bomen en struiken. Stapel je deze in een hoekje van de tuin, dan worden ze een woon- of nestplaats van allerlei nuttige dieren voor in de tuin. Plaats eens een egelhuisje ! Bloembakken en –potten worden gereinigd en opgeborgen, de oude bloemaarde gooi je niet zomaar weg! Gebruik deze tussen je planten of in de serre. Tuinmeubels worden afgewassen en opgeborgen. Beveilig eventueel de buitenkraantjes tegen bevriezing! De grasmaaier en heggenschaar kunnen nu een onderhoudsbeurt krijgen.

April: aan de slag

Na een heel natte februari en een met matige temperaturen gevulde maart is eindelijk de tijd aangebroken om aan de slag te gaan in de tuin. Alles hangt natuurlijk nog af van de weersomstandigheden, de aprilse grillen zijn niet te onderschatten en plotse korte nachtvorst kan nog zorgen voor heel veel schade in de tuin.

Als het niet te nat is, kan je nu zeker de voorbereidingen treffen om uw gazon in een goede staat te krijgen. Waarschijnlijk heb je het al een eerste keer mogen maaien, het kon immers goed doorgroeien in de zachte winter. Maai het bij de eerste keer niet te kort af. Het was niet verplicht, maar aan te raden om een kalkbeurt te geven aan je gazon in de maanden februari of maart, om in de zomer een mooi groen gazon te hebben. De echte werking van kalk komt pas na enkele maanden tot uiting. Vanaf april mag je, eens de temperatuur overdag de 12° overschrijdt, je gazon behandelen met producten tegen mos en/of onkruid. Let wel op: de keuze is voor de particulier beperkt en volg strikt de regels op de verpakking van de gekozen producten. Je kan er natuurlijk ook voor kiezen om klimaat-, milieuvriendelijk en met aandacht voor biodiversiteit te werk te gaan. In dit laatste geval is er niet veel werk aan de winkel. Vergeet ook niet om te zorgen voor voeding voor je gazon (bemesting). Als je een product gebruikt hebt tegen mos of onkruid, verticuteer dan pas na een tiental dagen. Zo ben je zeker dat product zal werken.

Het onkruid in de borders wordt gewied en de winterdekking wordt verwijderd. Loof van uitgebloeide voorjaarsbloemen wordt pas verwijderd als het plat ligt. De eerste snoeibeurt van uitgebloeide voorjaarstruiken kondigt zich al aan (forsythia, …) . Vergeet ook niet om nu je heide (erica) te snoeien. Rozen moesten al gesnoeid zijn en terug gezet op 2 à 3 ogen. Bemest best je rozen na de snoei. Vorstgevoelige lavatera en buddleia (vlinderstruik) worden nu best gekortwiekt. April is ook de ideale maand om uw borders te bemesten maar vergeet niet: overdaad schaadt!

We kunnen nu volop zaaien, zowel voor de moestuin als de koude kas. Tomaten, paprika’s, komkommers, radijzen, sla, spinazie, wortelen, erwten en zo veel meer zijn nu aan de beurt. Sommige soorten zaai je best binnen en hou je weg van koude plaatsen en vorst, andere soorten zaai je direct ter plaatse. Gemakkelijkheidshalve kan je de jonge plantjes beschermen met een vliesdoek. Dit zorgt er voor dat er niet veel insecten aan je jonge plantjes kunnen en dat plotse temperatuurschommelingen getemperd worden. Aardappelen plant je best op een rij en in verhoogde bedden. Begin nu al om slakken te bestrijden.

Laat je niet te vlug overhalen om nu al uw zomerbloeiers in bakken te planten. Het zou kunnen dat ze ’s nachts nog te koud hebben en een grote achterstand oplopen.

Maart: de tuin ontluikt

Zo zie je dat het ene jaar het andere niet is. Waar we in 2019 eind januari een dikke sneeuwlaag kregen en meerdere vriesdagen hadden, hebben we tot nu toe niet veel van dat gehad. Dat we hiermee rekening moeten houden is evident. Het weer kan nog altijd onverwacht veranderen. En de schade in de tuin zal dit jaar des te groter zijn! De meeste planten zijn al uitgeschoten of hebben hun botten en knoppen al klaar staan om te schieten en te bloeien.

Traditioneel gaan we eind februari, begin maart snoeien. Dit jaar zou het wel eens het verkeerde moment kunnen zijn. Misschien zitten we nu met de koudste dagen (zoals vroeger meestal de Elfstedentocht in februari was) en kunnen we noodgedwongen niet snoeien. Het kan natuurlijk ook omgekeerd zijn, dat we tot op heden te warme dagen hebben (eind januari, begin februari kregen we dagen tot 14°) en dat we hopeloos te laat zijn om te snoeien. Als het te koud is lopen we het gevaar dat we bomen en struiken te snel aanzetten tot groeien waardoor de nieuwe knoppen en botten kapot vriezen. Is het te warm, dan lopen we het risico dat de sapstroom al te sterk is en we veel schade hebben bij strenge vorst. Ben je een gewoontedier zoals ikzelf, snoei dan op een vorstvrije dag je rozen terug tot de 3de of 4de knop. Verwijder dode, verdorde en zieke takken uit bomen en struiken. Behandel je kleinfruit met het zorg om een mooie oogst te bekomen. Je kan nu nog vlinderstruik en hydrangea snoeien.

In ieder geval mag je al volop bemesten in de tuin, voer je composthoop uit en bekalk als je dit nog niet hebt gedaan. Het is misschien aan te raden om tussen de borders en in je moestuin stilletjes te beginnen spitten, mits het niet vriest. Dit jaar zullen we na de vochtige en donkere wintermaanden veel last hebben van mos tussen de planten en in het gazon. Let op waar je spit, het is immers volop ontluiktijd voor krokussen, narcissen, tulpen, muscari en andere voorjaarsbloeiers. Verwijder al het onkruid dat je tegenkomt en schoffel regelmatig. Nieuwe vaste planten, struiken, coniferen en bomen kunnen nu nog geplant worden. Winterbescherming mag, mits geen te harde en lange vorstperiode word verwacht, stilaan weggenomen worden.

Het gazon begint bij dagtemperaturen van boven de 8° langzaam terug te groeien. Als het gras te lang staat is het misschien beter om het gazon een eerste keer te maaien, maar niet op de kortste stand. Staat er te veel mos, verticuteer dan lichtjes en eerder naar het einde van de maand toe. Doe dit best niet als het gazon er nog heel vochtig bij ligt. Zo vermijd je kale plekken. Heb je toch kale plekken, strooi dan wat graszaad gemengd met zand of bloemaarde. Na het verticuteren mag ook een eerste bemesting gebeuren.

Februari: aan de slag binnenshuis.

Een nieuw jaar, een nieuwe maand, een andere winter … We dachten dat het nooit meer goed zou komen na een superdroge zomer van 2019. Maar toch. In december 2019 en januari 2020 viel toch genoeg water om de meeste tekorten aan te vullen. Toch ziet januari 2020 er niet goed uit. Vochtig, donker en de meeste dagen de temperatuur meer dan genoeg boven deze van het gemiddelde. Dat belooft niet veel goeds voor onze werkzaamheden in februari. Sommige planten ontluiken veel te vroeg, maken hun botten veel te vroeg aan en te weinig ongedierte heeft te lijden onder vrieskou.

Dan moeten we maar aan de slag gaan binnenshuis. We kunnen al aardappelen laten voorkiemen op een koele plaats, witloofwortelen uitplanten in een donkere emmer of champignons kweken; er zijn voldoende soorten en rassen te koop in direct bruikbare pakketten. Spruit- en kiemgroenten kunnen nog altijd gezaaid en geoogst worden. De vroege vogels onder ons gaan al, in de tweede helft van februari, aan de slag met het zaaien van tomaat, paprika, sla, tuinkers, koolrabi, bloemkolen, vroege peulen, wortelen … . In de koude kas kan ook al kervel, peterselie, radijs, spinazie uitgezaaid worden. Anderen wagen zich al aan het planten van vroege aardappelen (in koude kas of onder een stevige bescherming).

Een aantal belangrijke bewerkingen mogen al uitgevoerd worden in de tuin. Er mag al volop kalk gestrooid worden, de composthoop mag uitgevoerd worden en de te grote stukken worden klein gemaakt. Serreliefhebbers kuisen al een eerste maal grondig de ruiten en afvoeren. Regentonnen en dakgoten mogen ook al eens proper gemaakt worden als dit niet eerder gebeurde. Uitgebloeide bollen van hyacinten planten we buiten (als het niet vriest). Ben je vergeten om je bloembollen van narcissen en tulpen uit te planten in het najaar? Je kan ze nu nog uitplanten als het niet vriest. Of je plant ze onderaan in een bloembak, waar je later de eerste viooltjes bovenop plant. Zo heb je na de viooltjes mooie narcissen en tulpen die je in mei kan vervangen door zomerbloeiers. De bollen van dahlia’s kunnen in een pot geplant worden en vorstvrij bewaard. Op die manier worden de eerste uitlopers gevormd.

Het gazon mag bekalkt worden als er te veel mos in zit. Loop wel zo weinig mogelijk over het gras, zeker als dit nog bevroren is. Percelen of kale plekken waarop in maart gras zal gezaaid of in zoden worden gelegd, kunnen lichtjes omgespit worden. Klimop mag kort gesnoeid worden met de haagschaar. Uiteraard is februari de maand bij uitstek om de fruitbomen en kleine bessenstruiken te snoeien. Nestkastjes moeten nu geledigd en gekuist worden.

December en januari: Opruimen en voorbereiden.

Ongetwijfeld was je als tuinier gelukkig en content dat het al een tijd regende in oktober. De nodige tekorten werden aangevuld en het gras groeide dat het een lieve lust was. In die mate zelfs dat we uitzonderlijk eind oktober het gazon nog eens moesten maaien. Aan dit plezier kwam al vlug een einde toen in november de eerste koudere dagen kwamen. Ondertussen zitten we waarschijnlijk al eens regelmatig met de sloefjes in de gezellige warmte te genieten van een glühwein. De dagen worden heel kort, onze tuin is in rust, maar toch moet nog het een en ander opgekuist worden.

Hopelijk heb je de meest gevoelige planten al kunnen opbergen in de verwarmde serre, de veranda of garage. Het droge hout van het snoeien of van een oude boom of struik kunnen we gebruiken in de vuurschaal of tijdens een winterbarbecue. Bladverliezende bomen staan nu kaal en kunnen gesnoeid worden als het niet te hard vriest, rozen korten we met 1/3de in opdat ze niet te veel wind vangen. Sommige bomen (vnl. beuk en notelaar) verdragen geen of weinig snoei. Op droge en niet te koude dagen kan je nog gerust de grond spitten om groenafval en bladafval te verwerken. Zo bereid je ook de grond voor op de komende lente. Denk eraan om vogels bij te voeren of hun in drinken te voorzien. Zorg er ook voor dat de tuinpaden en het gazon vrij blijven van afgevallen bladeren en takken. Als er plassen blijven staan op het gazon of er is heel veel mos, prik dan eens met een riek of prikrol om verse lucht in de grond te brengen. Niet aan gedacht dat je in december aardperen kan planten, maar ook oogsten? Spruiten, savooi- en rode kool zijn nu ook op hun best eens ze de eerste vorst gehad hebben.

Voor 2020 wens ik iedereen veel tuinplezier en veel aangename dagen met een grote oogst aan groenten, fruit, en bloemen. Januari is een maand waarin we ook eens kiem- en / of spruitgroenten kunnen telen. Hierover is veel informatie te vinden op het internet. Heel leuk om te doen en weinig arbeidsintensief. De kerstboom mag terug opgeborgen worden en als het een levende is (liefst met wortel), dan mag je die buitenplanten of vermalen (om als mulch of compost te gebruiken) of meegeven met het groenafval. Onkruid moet je ook nu nog in bedwang houden en tijdig schoffelen, zodat geen zaden gevormd worden. Controleer ook regelmatig de bescherming van de planten. Bomen en rozen kunnen nog volop geplant of verplaatst worden mits het niet te hard vriest. Op dagen dat er sneeuw ligt, is het nuttig en interessant om een grote hoeveelheid ervan in serre en koude bak aan te brengen (dit mag gerust 20 à 30 cm zijn). Op die manier was je zouten uit de grond en zorg je ervoor dat de ondergrond vochtig blijft. Als je vorstgevoelige planten staan hebt in serre of koude bak, doe je dit beter niet. Maak in januari ook je teeltplannen op van wat zet ik waar en wanneer; doe aan vruchtwisseling. Vroege tuiniers zaaien hun eerste planten binnenshuis eind januari.